Dat Google de posities voor zoekresultaten bepaalt aan de hand van algoritmes verrast wellicht niemand. Toch weet niemand buiten Google zelf hoe deze algoritmes exact werken. De complexe en abstracte aard van SEO zorgt vaak voor misverstanden en leidt mensen ertoe te geloven dat bepaalde zaken bijdragen tot de 'ranking' terwijl dat in realiteit anders ligt. Hier volgt een lijst met 15 factoren die wel te maken hebben met SEO, maar zelf niet bijdragen tot een betere positie.
Disclaimer!:
De opgenoemde factoren hebben geen directe impact op je ranking in de zoekresultaten. Maar wanneer deze factoren gecombineerd worden met best practices op vlak van on-page SEO, kan dit helpen bij het verbeteren van je positie.
De ouderdom van de website
De ouderdom van de website maakt voor Google niets uit op vlak van ranking, dat heeft het team achter de zoekmachine zelf bevestigd. De enige correlatie tussen een betere ranking en de ouderdom van de website is een voorsprong in tijd. Oudere websites hebben in tegenstelling tot nieuwere sites al langer de tijd gehad om zaken als autoriteit te ontwikkelen.
De registratieperiode van de domeinnaam
Hoewel een effectieve manier om spamsites uit de weg te ruimen door hun kortere registratieduur, houdt Google geen rekening met deze factor. Er zijn simpelweg betere methodes om autoriteit te bepalen, op deze manier worden KMO's niet benadeeld. Relevantie wordt overigens niet bepaald door de jaren die reeds achter je domeinnaam hebt.
Pogo-sticking of bounce rate?
Pogo-sticking doet zich voor wanneer iemand een zoekresultaat aanklikt om dan meteen weer naar de zoekresultaten terug te keren en eventueel iets anders aan te klikken. Bounce rate daarentegen is wanneer de bezoeker wel terechtkomt op de webpagina, maar niets aanklikt (geen actie, geen volgende pagina).
Pogo-sticking tel niet mee als factor omdat deze niet erg betrouwbaar en makkelijk manipuleerbaar is. Hoogstens wordt pogo-sticking gebruikt om 2 versies van SERP's tegen elkaar af te wegen.
De lengte van je content
Vaak wordt gezegd dat content aan een minimum aantal tekens moet voldoen. Hoewel het niet de bedoeling is dat pagina's enkel een h1-titel als tekst hebben, zegt de lengte van je content weinig over relevantie.
Daarnaast hoef je niet elke week of maand alle pagina's met content af te lopen om deze te vervangen door de meest up-to-date informatie. Is de oudere content tijdsgebonden? In dit geval is het wel een idee om de content te vervangen om bezoekers niet per ongeluk te misleiden.
Best practice
Denk aan je bezoeker! Zou je zelf een lange introductie of niet-relevante tekst willen lezen vooraleer je het antwoord op je zoekopdracht vindt? Vaak voldoet een bondige en praktische context, het antwoord zo efficiënt mogelijk afleveren staat centraal.
Unlinked mentions
Wanneer een andere website je merknaam vermeld op een van haar webpagina's wordt het wel opgepikt door Google, maar het is niet hetzelfde als een backlink en draagt dus niet bij tot de ranking.
Tijd op de website en bounce rate
Eerder besproken we al pogo-sticking, ook bounce rate zou volgens Google niet meetellen als een factor waar het algoritme rekening mee houdt om pagina's te rangschikken.
We don't use *anything* from Google analytics in the "algo".
— Gary 鯨理/경리 Illyes (@methode) June 26, 2017
Bij sommige websites is een bounce normaal. Met bounce rate rekening houden zou websites straffen die, net als Google, een snel antwoord willen bieden.
Meta description
Meta descriptions of meta beschrijvingen verbeteren je ranking niet. Samen met de meta title moet deze gezien worden als "advertentietekst" in de zoekresultaten.
Een goede combinatie van title en description kan je resultaat aantrekkelijker maken en zo je CTR verhogen.
TF-IDF en LSI keywords
Met TF-IDF, of term frequency–inverse document frequency voluit, wordt de waarde en de mate van herhaling bij keywords bedoelt. Deze metric is niet te berekenen en dus ook niet relevant als ranking factor.
LSI, of latent semantic indexing, keywords zouden de semantische verzameling van keywords moeten voorstellen met variaties en synoniemen. Toch wordt ook dit niet als ranking factor gebruikt.
Beoordelingen
Google gebruikt geen externe beoordelingen om de kwaliteit van je site te beoordelen, in de plaats daarvan gaat Google op zoek naar andere factoren die wel meetellen in het algoritme om de kwaliteit van je site te bepalen. Ook Google E-A-T, Expertise, Authoritativeness en Trustworthiness, is geen metric die gebruikt wordt voor de rangschikking van zoekresultaten. Google EAT is eigenlijk een conceptueel model waarmee je aangeeft wat het algoritme probeert te bereiken en na te bootsen.
XML sitemaps, nice to have
XML-sitemaps zijn geweldig, ze zijn heel eenvoudig en geven in 1 oogopslag de structuur van de website weer. Toch zijn XML-sitemaps, zoals je al kon raden door de titel, geen factor die je beter zal laten scoren.
Zie XML-sitemaps eerder als een back-up voor wanneer crawling niet zo soepel verloopt op je site door een niet-optimale taxonomie.
Is een sitemap nog steeds handig?
Het is onder andere interessant voor je Google Search Console, we raden het gebruik van sitemaps zeker aan.
Toegankelijkheid
Hoewel headings en alt attributes wel bijdragen tot een betere ranking, is toegankelijkheid zelf geen ranking factor. Google voert namelijk geen toegankelijkheidsaudit uit voor de websites die ze indexeert.
Toegankelijkheid kan eventueel wel belangrijker worden in de toekomst.
Correctheid van content
Online misinformatie tegengaan blijkt een echte uitdaging te zijn voor zoekmachines. Spelers als Google en Bing kunnen slechts in beperkte mate uitmaken welke informatie het meest waarschijnlijk juist is.
Hoe de zoekmachines dat uitmaken is meestal aan de hand van links en autoriteit, toch is geen causaal verband tussen het aantal links die een website krijgt en de correctheid van de content op die site. Dat zoekmachines meer vertrouwen toekennen aan sites met autoriteit wil zeggen dat populaire content, of de consensus van het web, voorgetrokken wordt.
Sociale netwerken
Google gebruikt geen metrics die horen bij sociale netwerken. Het aantal vrienden of volgers worden bijvoorbeeld niet bijgehouden, de zoekmachine kan deze data simpelweg niet crawlen.
Dat gezegd zijnde is er wel een kans dat de autoriteit deels wordt overgedragen indien een sociale pagina die naar de site verwijst heel wat PR-links verzamelde.
Subdomains of subdirectories?
Voor Google maakt het niet uit welke van de 2 je gebruikt, het voornaamste is dat je linkstructuur goed zit. Google kan nu erg goed uitmaken of je subdomeinen als een geheel van de site gebruikt of niet.
Wat zijn subdomeinen en subdirectories?
Een subdomein lijkt net alsof je een aparte site gebruikt.
Een voorbeeld van een subdomein:
'support.voorbeeld.com'
Subdirectories zijn aparte secties op je domein,
Voorbeelden hiervan:
'/producten' of '/categorie-van-het-product'
Conclusie
Het ultieme doel van Google: relevante en bruikbare content van hoge kwaliteit leveren aan de gebruikers. Schrijf dus content die effectief het probleem van je gebruiker zal oplossen.